Maastricht, 6 februari 2015. Het winters weer met
wisselvallig karakter tempert de pollenafgifte. Neerslag, ook in de vorm van
sneeuw, wast de lucht tussentijds schoon. Lichte vorst is niet voldoende om de
afgifte van pollen te stoppen, daarvoor is matige tot strenge vorst nodig.
De Hazelaars die bloeien vallen op door de geel-groen
gekleurde rijpe katjes, die de struiken goed laten afsteken tegen de rest van
de begroeiing die nog bladloos is. Wel zijn er duidelijke verschillen te zien:
sommige Hazelaarstruiken hebben al heel wat bloeiende katjes; bij andere zijn
de katjes nog niet zo ver. Dit is genetisch bepaald. Deze verdeling in de tijd
zorgt ervoor dat er altijd voldoende vrouwelijke katjes bevrucht worden. Boomhazelaars,
meestal in de stad als straatboom aangeplant, bloeien eveneens.
Ook inheemse Elzen, naast een aantal niet-inheemse, bloeien
of beginnen dikkere katjes te krijgen. Er zijn al Zwarte elzen met 10 cm lange
katjes in het land te vinden en deze geven pollen af bij droog en winderig
weer. Ook bij Elzen vallen de genetische verschillen tussen de individuele
bomen en struiken op.
Tijdens droge periodes komt matig allergeen pollen van zowel
Hazelaars als Elzen in de lucht. Directe zonne-instraling overdag bevordert de
afgifte van pollen.
Mensen die gevoelig zijn voor pollen van Hazelaars of Elzen
kunnen derhalve last hebben van hooikoortsachtige verschijnselen. Deze
verschijnselen worden ook veroorzaakt door het fijne weefsel dat in de lucht
komt als de katjes openbreken tijdens het rijpen. Soms ervaren mensen zelfs al
ernstige klachten, zoals uit de meldingen op de pollennieuws-apps blijkt. Ook
zien we het aantal meldingen gestaag toenemen.