Maastricht, 28 februari 2015. Hoewel tijdens droge periodes
bloeiende Hazelaars en Elzen redelijke aantallen matig allergeen pollen in de
lucht kunnen brengen, blijft de totale afgifte van pollen door deze soorten uit
de Berkenfamilie beperkt. Neerslag wast bovendien de lucht schoon. Na een
periode met felle opklaringen kan aan het begin van een bui door de mechanische
aanraking van de regendruppels met de katjes van bijvoorbeeld de Els plotseling
meer pollen vrijkomen, wat door sommige mensen ook ervaren wordt.
Bloeiende Hazelaars vallen op door de geel-groen gekleurde
katjes, die de struiken goed laten afsteken tegen de rest van de begroeiing die
nog bladloos is. Wel zijn er duidelijke verschillen te zien: een flink aantal
Hazelaarstruiken staat al volop in bloei; bij andere zijn de katjes nog niet zo
ver. Sommige beginnen al bruine katjes te krijgen, ten teken dat ze uitgebloeid
raken. Dit is genetisch bepaald. Deze verdeling in de tijd zorgt ervoor dat er
altijd voldoende vrouwelijke katjes bevrucht worden in de bloeiperiode. Boomhazelaars,
meestal in de stad als straatboom aangeplant raken ook uitgebloeid.
Inheemse Elzen beginnen dikkere katjes te krijgen en
ongeveer 10 procent bloeit zelfs. Bloeiende Zwarte elzen met 10 cm lange katjes
zijn al te vinden, vooral in de westelijke helft van het land. Ook bij Elzen
vallen de genetische verschillen tussen de individuele bomen en struiken op. Het
meerendeel van de niet-inheemse Elzen, zoals de Kaukasische els is uitgebloeid;
je ziet de katjes dan onder deze, vaak als straatboom aangeplante soorten,
liggen. Ook kunnen de katjes door sterke wind van de bomen zijn afgerukt.
Mensen die gevoelig zijn voor pollen van Hazelaars of Elzen
kunnen derhalve last hebben van hooikoortsachtige verschijnselen. Vooral
tijdens droge periodes en met directe zonne-instraling. Deze verschijnselen
worden ook veroorzaakt door het fijne weefsel dat in de lucht komt als de
katjes openbreken tijdens het rijpen. De deeltjes die dan in de lucht komen
zijn ook kleiner dan pollenkorrels en vallen binnen de categorie fijnstof.
Uit de groep van de Coniferen, vaak aangeplant in tuinen en
parken, begint de Taxus te bloeien. De mannelijke bomen zijn te herkennen aan
de kleine, gele, ronde kegeltjes, die tijdens het rijpen open gaan een enorme
hoeveelheden pollen kunnen afgeven. Dit pollen is slechts licht allergeen; het
aantal mensen dat last kan hebben van dit pollen is zeer beperkt.