Het beruchte Ambrosia raakt over het hoogtepunt van zijn
bloei heen. Er kan wat Ambrosiapollen meegebracht worden vanuit het oosten,
maar ook daar laat de bloei al na. In onze streken komt de soort lokaal voor. Deze
invasieve Amerikaanse exoot is hier te vinden in tuinen, parken en
natuurgebieden. Mocht u vermoeden met de plant te maken te hebben, dan kunt u
op de website ambrosiavrij.nu van de NVWA of op de pagina kruiden van
pollenkalender.tv bekijken hoe u deze plant kunt herkennen, melden en eventueel
verwijderen uit uw tuin. Ook de laatste bloeiende Ambrosiaplanten geven zeer
sterk allergeen pollen af aan de lucht.
Volop bloeiende Ceders, statige naaldbomen, die te vinden
zijn in parken en grote tuinen geven uit hun mannelijk bloeiende kegeltjes
massa’s geel pollen vrij aan de lucht. Een klein aantal mensen reageert op dit
pollen met hooikoortsachtige klachten.
Een enkel fris exemplaar van Bijvoet is nog bloeiend te
vinden. De laatste bloeiende Grote brandnetels, die je overal aantreft in het
buitengebied en op ruderale plekken in de stad, brengen nog wat pollen in de
lucht. In bermen bloeit nog steeds wat Smalle weegbree en ook bloeiende Melganzenvoet
is nog te vinden op ruderale plaatsen.
Door de mooie nazomer voorafgegaan door nogal wat neerslag
kunnen ook frisse exemplaren van diverse grassoorten bloeiende aangetroffen
worden. In het zuiden van Limburg hebben we nog steeds bloeiende Glanshaver en
Kropaar. Ook Struisgrassen tref je aan op droge bermen en graslanden en net als
Straatgras ook in de stedelijke omgeving. Langs stoepranden valt Vingergras op
en aan waterkanten en langs greppels en sloten bloeit volop Riet. Tijdens de
oogst van Maïs kan pollen opgewerveld worden.
Schimmelsporen afkomstig van paddenstoelen en schimmels die op
afstervende plantendelen, zoals afvallend blad en vruchten, leven kunnen in de
lucht komen tijdens droge periodes. Ook deze veroorzaken bij een klein aantal mensen
hooikoortsachtige klachten. Berucht als klachtenveroorzakers zijn Alternaria en
Cladosporium.
In huis kunnen er nu allergenen vrijkomen. Schimmels en
huisstofmijten kunnen in deze tijd van het jaar hun sporen en
uitscheidingsstoffen in de lucht brengen, vooral in ruimtes waar de Relatieve
Luchtvochtigheid hoger is dan 55 %. Het is derhalve aan te raden er vooral in
deze tijd op te letten dat met name in de ruimtes waar geslapen wordt die RL
onder de 55% gehouden wordt. Bij lagere RL dan 55% gedijen schimmels en
huisstofmijten beduidend minder. Dit kan door voldoende te verwarmen.
Bijgewerkt door Maurice Martens, maandag 5 oktober 2015.
© Pollennieuws.nl .