Elzen geven nog steeds uit hun rijpe katjes matig allergeen
pollen af aan de lucht. Net als de laatste bloeiende Hazelaars. Daarnaast
brengen bloeiende bomen en struiken uit de Wilgenfamilie licht allergeen pollen
in de lucht. De bloei van Elzen is nu maximaal. De laatste Hazelaars die
bloeien zijn vooral Krulhazelaars, die nogal eens in tuinen zijn aangeplant. Deze
struiken en bomen uit de Berkenfamilie zijn echte windbestuivers en geven het
pollen af aan de lucht. Daardoor komt het matig allergeen pollen van deze
bloeiende plantensoorten vrij tijdens droog weer. Tijdens het openbreken van de
katjes komt fijn plantenweefsel in de lucht dat, net als het pollen, matig allergeen
is.
Haagbeuken, ook bomen uit de Berkenfamilie, bloeien in het zuiden
van het land. Het stuifmeel of pollen is licht allergeen. Iepen bloeien
eveneens. Amsterdam staat bekend om de vele Iepen, of Olmen, die als straatboom
zijn aangeplant. Een klein aantal mensen reageert op stuifmeel van deze bomen
met hooikoortsachtige klachten.
Wilgen, met name de Boswilg met opvallende gele, mannelijk
bloeiende katjes, en Katwilgen bloeien steeds meer en ook staan er al
Populieren in bloei. Aan de toppen van de twijgen zie je bij de mannelijk
bloeiende bomen de naar rood kleurende katjes. De bloei van Essen gaat van
start. Er kunnen hier en daar in ons Essenrijke landschap al wat bomen aan
bloei toe zijn. Het pollen van Wilgen en Essen is licht tot matig allergeen.
Dit betekent dat het aantal mensen dat met hooikoortsachtige klachten op dit
pollen reageert relatief wat kleiner is dan het aantal mensen dat last heeft
van pollen van Hazelaars en Elzen.
Bloeiende coniferen zijn vooral in tuinen en parken
aangeplant. Schijncipres en Taxus kunnen lokaal pollen in de lucht brengen, soms
hele wolken. Om dit fenomeen worden ze wel ‘rookbomen’ genoemd. Mannelijke
Taxusbomen hebben kleine gele kegeltjes die bij rijpheid erg veel pollen vrij
geven als het droog is. Een klein aantal mensen is gevoelig voor dit pollen.