Graspollen spelen hoofdrol

Maastricht, 28 mei 2012. Veel grassen bloeien en brengen sterk allergeen pollen in de lucht. Voor mensen met een graspollenallergie betekent dit dat ze behoorlijk last kunnen hebben van hooikoortsachtige verschijnselen. Met buitenactiviteiten moet men dan voorzichtig zijn en afstellen op deze atmosferische situatie. In de ochtend is de lucht het rustigst en de pollenbelasting ook het minst. In de loop van de dag wordt de situatie steeds minder gunstig. Bij wind over zee is het aan de kust op het strand gunstiger. Alleen bij de wandeling door de duinen, waar Helm begint te bloeien, moeten neus en ogen beschermd worden. Pluimen van diverse soorten zijn te zien in bermen, graslanden, op dijkhellingen en wegtaluds. Grote vossenstaart heeft zijn belangrijkste bloeiperiode achter de rug, maar de zomerbloeier Timoteegras met zijn stijve aren verschijnt steeds meer. Omdat kleine aantallen graspollen bij gevoelige mensen de drempelwaarde van de pollenallergische reactie al snel overstijgen, komen hooikoortsklachten veel voor, zoals uit de meldingen op de Pollennieuws-App blijkt. Licht allergeen Dennenpollen heeft twee luchtzakken en kan daardoor over grote afstanden verplaatst worden. Wilgen en Populieren geven zaadpluis vrij: bij warm weer komt deze "zomersneeuw" in de lucht. Deze is niet allergeen, net zo min als de aan parachuutjes hangende zaden van Paardenbloemen. Ook kruiden sieren bermen, weilanden en dijkhellingen. Naast Fluitenkruid, Boterbloemen en Streepzaad, bloeien Zuringen en Smalle weegbree. Pollen van deze laatst genoemde windbestuivende kruiden is matig allergeen. Op plekken met veel stikstof in de bodem staat de Grote brandnetel in toenemende mate te bloeien. De hoeveelheid fijnstof kan bij droog weer ook toenemen en de effecten van pollen versterken. Geschreven door Maurice Martens, maandag 28 mei 2012. © Pollennieuws.nl . Een volgend journaal verschijnt uiterlijk donderdag 31 mei 2012.