Volop bloeiende Ceders, statige naaldbomen, die te vinden
zijn in parken en grote tuinen geven lokaal uit hun mannelijk bloeiende kegeltjes
massa’s geel pollen vrij aan de lucht. Een klein aantal mensen reageert op dit
pollen met hooikoortsachtige klachten.
Een laatste fris exemplaar van Bijvoet is nog bloeiend te
vinden. De laatste bloeiende Grote brandnetels, die je overal aantreft in het
buitengebied en op ruderale plekken in de stad, brengen nog wat pollen in de
lucht. In bermen bloeit nog steeds wat Smalle weegbree en ook bloeiende Melganzenvoet
is nog te vinden op ruderale plaatsen.
Een enkel fris bloeiend exemplaar van Glanshaver en Kropaar
is te vinden. Ook Struisgrassen tref je aan op droge bermen en graslanden en
net als Straatgras ook in de stedelijke omgeving. Langs stoepranden valt
Vingergras op en aan waterkanten en langs greppels en sloten bloeit Riet. Tijdens
de oogst van Maïs kan pollen opgewerveld worden.
Schimmelsporen afkomstig van paddenstoelen en schimmels die op
afstervende plantendelen, zoals afvallend blad en vruchten, leven kunnen in de
lucht komen tijdens droge periodes. Ook deze veroorzaken bij een klein aantal
mensen hooikoortsachtige klachten. Berucht als klachtenveroorzakers zijn
Alternaria en Cladosporium.
In huis kunnen er nu allergenen vrijkomen. Schimmels en
huisstofmijten kunnen in deze tijd van het jaar hun sporen en
uitscheidingsstoffen in de lucht brengen, vooral in ruimtes waar de Relatieve
Luchtvochtigheid hoger is dan 55 %. Het is derhalve aan te raden er vooral in
deze tijd op te letten dat met name in de ruimtes waar geslapen wordt die RL
onder de 55% gehouden wordt. Bij lagere RL dan 55% gedijen schimmels en
huisstofmijten beduidend minder. Dit kan bereikt worden door voldoende te
verwarmen.
Bijgewerkt door Maurice Martens, maandag 12 oktober 2015. ©
Pollennieuws.nl .