Wanneer de temperatuur boven het vriespunt komt en ook
tijdens de nacht de vorst gaat verdwijnen, kunnen de katjes van Hazelaars en
Elzen weer verder uitgroeien en openbreken. Dan komt er, nog voordat er pollen
vrijkomt, fijn plantenweefsel in de lucht, onder meer afkomstig van het
zogenaamde tapetumweefsel. Dit tapetum is het voedingsweefsel voor de
pollenkorrels en bevat ook allergenen zoals die op het pollen zelf voorkomen.
Doordat er meer katjes gaan uitrijpen, zal ook de afgifte
van pollen toenemen en mensen die gevoelig zijn voor allergenen van Hazelaars
en vroegbloeiende Elzen kunnen dan merken dat ze reageren met hooikoortsachtige klachten op dit matig
allergeen pollen. Het aantal meldingen via de logboekjes van de pollennieuws-apps
toont dan ook weer een stijging ten opzichte van begin januari. Ook het
klachtenniveau stijgt.
Een aantal Hazelaars, zo’n 10 %, staat lokaal al volop in
bloei; dat is te zien aan de geel-groene kleur van de uitrijpende katjes. Veel
Hazelaars zitten nog vol met katjes die kleiner zijn dan 4 cm, maar deze zullen
bij oplopende temperaturen verder gaan met uitgroeien. Opvallend dit jaar is
dat aan een aantal Boomhazelaars, die nogal vaak als straatboom of parkboom in
de stedelijke omgeving te vinden zijn, het aantal katjes beduidend kleiner is dan
de afgelopen jaren.
Aan vroegbloeiende Elzen, vooral uitheemse aangeplante exemplaren, zijn openstaande katjes waar te
nemen. Bij wat wind kun je die katjes op en neer zien wiegen. De helmknoppen
van de meeldraden zijn dan zichtbaar en als ze open barsten, geven ze het
pollen vrij aan de lucht. Dat kan overdag bijvoorbeeld gebeuren bij de directe
instraling van zonlicht. Pollen van Hazelaars en Elzen is matig allergeen.
Bijgewerkt door Maurice Martens, woensdag 1 februari 2017.
© Pollennieuws.nl .