De grassoort die het meest opvallend bloeit is Grote
vossenstaart. Daarnaast staat veel Kropaar in bloei. Deze twee grassoorten
staan vooral in vochtige bermen, op dijkhellingen en in grasland. Op drogere
gronden bloeien Hard zwenkgras en IJle en Zachte dravik. Een soort die ook
steeds meer in bloei te zien is, is Gestreepte witbol. Bij droog en winderig
weer blijven deze grassen hun zeer sterk allergeen pollen afgeven aan de lucht.
Bloeiende bomen, zoals Eiken en Beuken kunnen behoorlijk wat
stuifmeel in de lucht brengen. Laatste bloeiende Wilgen en Populieren kunnen
vooral in het noorden nog pollen in de lucht brengen. Uitgebloeide bomen uit de
Wilgenfamilie zijn al toe aan vruchtvorming en als de vruchten rijp zijn zweven
de zaden met hun pluizige haren door de lucht. We noemen dit verschijnsel wel
‘zomersneeuw’.
Sparren en Dennen lopen eveneens uit en gaan dan bloeien.
Het pollen van deze naaldbomen heeft twee luchtzakken en daardoor kan dit pollen
over grote afstanden door de wind verplaatst worden. Zodra de mannelijke
kegeltjes van deze naaldbomen rijp zijn komt hun pollen in de lucht.
Ook bloeien de eerste kruiden met name Veldzuring en Smalle
weegbree. Deze behoren eveneens tot de pollenplanten die stuifmeel aan de lucht
afgeven. Het zijn echte windbestuivers. Je ziet ze nu in bermen, op
dijkhellingen en in graslanden.
Echte verlichting van de pollenbelasting kan alleen verwacht
worden van aanhoudende neerslag.
Bijgewerkt door Maurice Martens, maandag 16 mei 2016. ©
Pollennieuws.nl .