Bloeiende bomen, zoals Eiken en Beuken, kunnen eveneens behoorlijk
wat stuifmeel in de lucht brengen, maar de eerste zijn al uitgebloeid. Uitgebloeide
bomen uit de Wilgenfamilie, namelijk Populieren en Wilgen zijn al toe aan
vruchtvorming en als de vruchten rijp zijn zweven de zaden met hun pluizige
haren door de lucht. We noemen dit verschijnsel wel ‘zomersneeuw’. Je ziet dit
zwevend pluis in toenemende mate. Het is niet allergeen, net zo min als de
vruchtpluizen van Paardenbloemen.
Sparren en Dennen lopen eveneens uit en gaan dan bloeien.
Het pollen van deze naaldbomen heeft twee luchtzakken en daardoor kan dit
pollen over grote afstanden door de wind verplaatst worden. Zodra de mannelijke
kegeltjes van deze naaldbomen rijp zijn komt het pollen of stuifmeel in de
lucht.
Ook bloeien de eerste soorten kruiden, met name Veldzuring
en Smalle weegbree. Deze behoren eveneens tot de pollenplanten die stuifmeel
aan de lucht afgeven. Het zijn echte windbestuivers. Je ziet ze nu in bermen,
op dijkhellingen en in graslanden en ook wel in de stad in niet gemaaide bermen
langs wegen.
Lichte buien zorgen er voor dat pollen uit de lucht wordt
meegevoerd naar beneden, maar niet wordt weggespoeld in de riolen. Ook kunnen
de vallende druppels mechanisch de bloeiwijzen bewegen wat extra pollenafgifte
veroorzaakt. Er zijn dan ook mensen die juist aan het begin van een (lichte)
bui extra irritatie ondervinden. Echte verlichting van de pollenbelasting kan
alleen verwacht worden van aanhoudende neerslag.
Bijgewerkt door Maurice Martens, zondag 22 mei 2016. ©
Pollennieuws.nl .