Pollenafgifte bij kou gaat nog door

Maastricht, 27 januari 2012. Bij lagere temperaturen neemt de fysiologische activiteit van planten, waaronder Hazelaars en Elzen af, maar komt nog niet tot stilstand. Daarvoor zijn temperaturen lager dan -5 graden noodzakelijk en moet de bodem bevroren raken, zodat ook de wortelactiviteit tot nul reduceert.

Omdat aan Hazelaarstruiken katjes in veel verschillende stadia te vinden zijn van nog gesloten, dus zeer vorst bestendig, tot voluit gerijpt en tot 12 cm lang en dan minder vorst bestendig, blijven deze katjes bij droog en zonniger weer pollen aan de lucht afgeven. Mensen die gevoelig zijn voor deze Hazelaarpollen zullen dat zeker kunnen merken.

Bloeiende Elzen, die net als de Hazelaars tot de Berkenfamilie horen, herken je aan de wat donkerder bruingeel gekleurde katjes en de elzenproppen van afgelopen jaar. Ze geven bij droog weer matig allergeen pollen aan de lucht af en mensen die gevoelig zijn voor dit pollen zullen bij droog weer last van hooikoortsachtige verschijnselen hebben. Ook bij wat lagere temperatuur. De katjes van de in ons land van nature het meest voorkomende Zwarte els langs slootkanten en in broekbossen rijpen langzaam maar gestaag verder.

Buien kunnen de lucht lokaal schoon wassen en rukwinden trekken de rijpe katjes van de struiken en bomen. Pollen dat op het bodemoppervlak is achtergebleven kan weer door wind opgewerveld worden en aan het begin van een bui spatten pollen ook op de lucht in. Mocht er sneeuw vallen dan bedekt deze het pollen dat op de grond ligt.

In deze situatie kan verandering komen als door een langere periode met ten minste matige vorst de pollenafgifte helemaal stopt. Immers ook de bodem moet bevroren zijn om de plantenontwikkeling tot stilstand te brengen. Ook zullen dan rijpende en gerijpte katjes kunnen bevriezen.

Geschreven door Maurice Martens, vrijdag 27 januari 2012. © Pollennieuws.nl . Een volgend pollenjournaal verschijnt als daar aanleiding toe is.