Gemakkelijk herkenbare en nu volop bloeiende grassoort is
Glanshaver; verder bloeien diverse andere soorten zoals Grote vossenstaart,
Kropaar, Zwenkgrassen, Draviken, Gestreepte witbol en Beemdgrassen. In de
bebouwde omgeving kun je veel Kruipertje en Straatgras zien bloeien. Ook Granen
als Rogge kan bloeien. Ongeveer de helft van de mensen met een pollenallergie
reageert op het zeer sterk allergeen graspollen. Video’s van diverse
grassoorten zijn te bekijken op pollenkalender.tv, zodat u ze kunt leren
herkennen.
Dennen en Sparren bloeien en geven hun licht allergeen pollen
af aan de lucht. Door de luchtzakken die de pollenkorrels van deze naaldbomen hebben,
kunnen ze over grote afstanden door de wind worden meegevoerd. Bij wind uit
zuidelijke en oostelijke richtingen wordt pollen van Naaldbomen vanuit die richtingen
aangevoerd. Dit stuifmeel of pollen is licht allergeen en kan opvallen door het
geelgroene ‘pollenstof’ op oppervlakken als tuinmeubelen, stoepen en auto’s. Aan
Linden zijn de nog onrijpe bloeiwijzen in Zuid-Limburg al zichtbaar. Zij zullen
daar en later in meer noordelijke streken gaan bloeien.
Bloeiende Zuringen, als Krulzuring, Ridderzuring en
Schapenzuring en Smalle weegbree zijn in bermen, op dijkhellingen en in graslanden
te vinden. Soms kleuren Zuringen de bermen en graslanden rood tot roodbruin. Het
pollen van deze kruiden is licht tot matig allergeen.
Het zaad van Populieren en Wilgen heeft veel lange haren en
deze pluizen kun je bij zonnig en wat winderig weer in de lucht zien zweven. We
noemen deze vlokkige pluizen wel ‘zomersneeuw’. Het is niet allergeen, net als
de parachuutjes van uitgebloeide Paardenbloemen.