Gemakkelijk herkenbare bloeiende grassoorten zijn Grote
vossenstaart, Gewoon reukgras, Kropaar, Zwenkgrassen, Draviken en Gestreepte
witbol. Glanshaver (vroeger Frans raaigras genoemd) met hun redelijk grote
grasbloemen met bruine meeldraden zijn, doordat ze wel tot een meter hoog
kunnen worden, goed te zien. In de bebouwde omgeving kun je veel Kruipertje en
Straatgras zien bloeien. Ook Granen als Rogge kan bloeien. Ongeveer de helft
van de mensen met een pollenallergie reageert op het zeer sterk allergeen graspollen.
Op pollenkalender tv kunt u van diverse grassoorten video’s bekijken, zodat u
ze kunt leren herkennen.
Dennen en Sparren bloeien en geven hun licht allergeen pollen
af aan de lucht. Door de luchtzakken die de pollenkorrels van deze naaldbomen hebben,
kunnen ze over grote afstanden door de wind worden meegevoerd. Bij wind uit
zuidelijke en oostelijke richtingen wordt pollen van Naaldbomen vanuit die rictingen
aangevoerd. Dit stuifmeel of pollen is licht allergeen en kan opvallen door het
geelgroene ‘pollenstof’ op oppervlakken als tuinmeubelen, stoepen en auto’s. Aan
Linden zijn de nog onrijpe bloeiwijzen in Zuid-Limburg al zichtbaar. Zij zullen
daar en later in meer noordelijke streken gaan bloeien.
Het zaad van Populieren en Wilgen heeft veel lange haren en
deze pluizen kun je bij zonnig en wat winderig weer in de lucht zien zweven. We
noemen deze vlokkige pluizen wel ‘zomersneeuw’. Het is niet allergeen, net als
de parachuutjes van uitgebloeide Paardenbloemen.
Bloeiende Zuringen, als Krulzuring, Ridderzuring en
Schapenzuring en Smalle weegbree zijn in bermen, op dijkhellingen en in graslanden
te vinden. Het pollen van deze kruiden is licht tot matig allergeen.
Bijgewerkt door Maurice Martens, dinsdag 2 juni 2015. ©
Pollennieuws.nl .