Het wisselvallige karakter van het weer is wel groeizaam
gebleken voor de Grassen. De biomassa is snel toegenomen en in het land is goed
waar te nemen dat er al behoorlijk wat graspercelen gemaaid zijn. Duidelijk
herkenbaar volop bloeiende soorten zijn Grote vossenstaart, Gewoon reukgras, Kropaar,
Zwenkgrassen en Draviken. Ook de pluimen van Glanshaver (vroeger Frans raaigras
genoemd) met hun redelijk grote grasbloemen met bruine meeldraden zijn goed te zien.
Granen als Rogge staan op het punt om te gaan bloeien. Ongeveer de helft van de
mensen met een pollenallergie reageert op graspollen. Op pollenkalender tv kunt
u van diverse grassoorten video’s bekijken, zodat u ze kunt leren herkennen.
De bloei van bomen raakt voorbij. Nog enkele Wilgen en
Beuken bloeien en verder Dennen en Sparren. Ze brengen licht allergeen pollen
in de lucht. Door de luchtzakken die de pollenkorrels van de genoemde
naaldbomen hebben, kunnen ze over grote afstanden door de wind worden
meegevoerd. Bij oostenwind wordt Dennenpollen vanuit Duitsland en soms zelfs
vanuit Polen aangevoerd. Dit stuifmeel of pollen is licht allergeen.
Populieren en Wilgen zijn toe aan de zaadzetting. Het zaad
van deze boomsoorten heeft veel lange haren en deze pluizen kun je bij droog en
wat winderig weer in de lucht zien zweven. We noemen deze vlokkige pluizen wel
‘zomersneeuw’. Het is niet allergeen, net als de parachuutjes van uitgebloeide
Paardenbloemen.
Bloeiende Veldzuringen en Smalle weegbree zijn in bermen, op
dijkhellingen en in graslanden te vinden. Het pollen van deze kruiden is licht
allergeen.
Geschreven door Maurice Martens, vrijdag 22 mei 2015. ©
Pollennieuws.nl .