Taxus, Schijncipressen, Wilgen, Populieren, Essen, en Haagbeuken
bloeien en geven pollen aan de lucht vrij. Hazelaars en Elzen zijn aan het eind
van hun bloei.
De Haagbeuk, eveneens een soort uit de Berkenfamilie, bloeit
al in het zuiden van het land. De bloei zet door in noordelijke richting.
Pollen van de Haagbeuk is licht allergeen; de soort wordt nogal eens als
straatboom aangeplant ook in meer noordelijke streken, waar de soort van nature
weinig of niet voorkomt.
Boswilg bloeit met helder gele katjes. De soort is al
regelmatig bloeiend te zien net als de Katwilg en Schietwilg. Ook aan
Populieren zie je dat aan de uiteinden van de takken en twijgen knoppen
uitlopen waaruit hun katjes tevoorschijn komen. De katjes van de mannelijke
bomen, Populieren zijn tweehuizig, dat wil zeggen dat er aparte mannelijke of
vrouwelijke bomen zijn, kleuren rood door de helmknoppen, terwijl die van de
vrouwelijke bomen meer grijsachtig kleuren.
Essen ontwikkelen aan de uiteinden van de takken en twijgen als
ze bloeien hele toefen kleine bloemen die veel pollen afgeven. Het pollen is
licht tot matig allergeen. Hier en daar zijn al toefen aan Essen te zien. Maar
wat vooral zichtbaar is, is dat de knoppen duidelijk dikker worden ten teken
dat ze bijna uitbotten.
Uit de groep van de Coniferen, vaak aangeplant in tuinen en
parken, bloeit onder meer Schijncipressen en de laatste Taxus. De mannelijke
bomen zijn te herkennen aan de kleine, gele, ronde kegeltjes, die tijdens het
rijpen open gaan een enorme hoeveelheid pollen kunnen afgeven.
Geschreven door Maurice Martens, vrijdag 10 april 2015. ©
Pollennieuws.nl .